Reactie op gang van zaken rondom vertrek Hoekema

Wassenaar is de afgelopen weken negatief in het nieuws geweest.  Door een aantal mediaberichten is er een deels onjuist beeld ontstaan van de gang van zaken rond de vertrekregeling van burgemeester Hoekema. De VVD heeft vanuit de oppositie de afgelopen jaren meegewerkt aan goed en transparant bestuur in Wassenaar. Dat leek de goede kant op te gaan: de rust was weer gekeerd en de partijen werkten in de gemeenteraad goed samen. Daarom vindt de VVD het van belang te reageren op de mediaberichten en gebeurtenissen in perspectief te plaatsen.

In 2016 werd de positie van de heer Hoekema als burgemeester van Wassenaar onhoudbaar. Begin december heeft de heer Hoekema besloten zijn functie neer te leggen. Vervolgens hebben de fractievoorzitters één van de presidiumleden gevraagd om, namens hen, samen met de locoburgemeester, de zaak af te handelen met de heer Hoekema.

In januari 2017 is de heer Aptroot benaderd door de Commissaris van de Koning of hij plaatsvervangend burgemeester wilde worden en dit verzoek heeft hij aanvaard. De heer Aptroot heeft op 16 januari, de dag van zijn aantreden, een conceptregeling voorgelegd gekregen voor de afgetreden burgemeester Hoekema. Om extra advies in te winnen is het advocatenkantoor ingeschakeld dat vaker voor de gemeente heeft gewerkt.

Op 16 januari 2017 is tijdens de presidiumvergadering gesproken over de verdere aanpak. Uitgangspunt was dat er een, binnen de gegeven omstandigheden, redelijke overeenkomst zou worden gesloten. De heer Aptroot heeft daarvoor de concept-overeenkomst die eerder was opgesteld als uitgangspunt genomen en daarover nog nader juridisch advies ingewonnen. Dit heeft geleid tot een definitieve overeenkomst die op 14 februari kort is toegelicht in het Presidium. Het op enigerlei wijze overtreden van de (Gemeente)wet was daarbij niet aan de orde.

Dat achteraf blijkt dat volgens andere juristen de privaatrechtelijk gesloten overeenkomst waarmee de heer Hoekema bovenop zijn wachtgeld, ter compensatie van zijn inkomensverlies, een aanvulling kreeg, niet te verenigen valt met de uitkering volgens de Gemeentewet, is in de procedure van begin 2017 niet naar voren gekomen.

Het beeld dat nu in een aantal media wordt geschetst dat burgemeester Aptroot de zaak achter gesloten deuren zou hebben ‘bekonkeld’ is onjuist. Daarnaast is de VVD, samen met de andere fracties en de heer Aptroot, in de veronderstelling geweest dat de betreffende regeling een correcte regeling was en er is geen enkele indicatie gegeven dat de regeling niet kon.

Dat niet duidelijk in de regeling is opgenomen dat de extra vergoeding moest worden aangepast zodra de heer Hoekema een andere baan had is fout, had niet mogen gebeuren en dit betreuren wij.

De VVD kijkt terug op een prettige samenwerking met de heer Aptroot het afgelopen jaar en kijkt nu uit naar een goede samenwerking met burgemeester Koen.